Vrijdagmorgen 8 mei, 5.15 uur. 45 deelnemers staan ongeduldig te wachten om op de bus plaats te nemen. Ze hebben er –ondanks het vroege morgenuur- allemaal zin in, dat zie je zo.
Na een rit van iets meer dan driehonderd kilometer komen we in Keulen aan. Het Keulse stadsdeel Deutz omvat nog verschillende kleine districten, en in Porz-Eil vinden we de fabriek van deze bekende motorenbouwer terug. Herr Friedrich leidt ons eerst rond het museum, en we starten helemaal bovenaan, waar we de allereerste Otto-motor te zien en te horen krijgen. Deze motor van 0,5 PK is een gasmotor, die volgens het atmosferisch principe werkt: door de atmosferische druk wordt een arbeidsslag op een staande motor tot stand gebracht, voor dit vermogen maakt de motor een wel heel zware indruk!
Iets verderop laat de gids ook de eerste viertaktmotor lopen, maar op de verdieping lager wil de twee-cylinder-viertaktmotor niets van starten horen. Jammer, het moet wel eens de moeite geweest zijn om deze jongen te horen lopen. Na de rondleiding door de rest van het museum met een blik op de evolutie van de motoren gaat het richting fabriek, waar hoofdzakelijk vier-en zes-cylinder-motoren gemonteerd worden. Een groot deel van dit proces is ondertussen gerobotiseerd, de mens heeft in deze enkel nog een controlerende functie. Dat de Deutz-motoren ook in heel wat andere machines ingebouwd wordt, wordt als snel duidelijk als we op de motoren de verscheidenste namen van machinebouwers zien verschijnen… Dat moet ook wel als je iedere werkdag zo’n zevenhonderd motoren de straat op wil sturen…
Bij de inhuldiging van de Dom in 1880 werd deze verlicht door stroom geleverd door Otto-motoren
Na het middagmaal trekken we richting binnenstad, waar we een van de mooiste monumenten van Keulen bezoeken. De Dom is met zijn twee torens van 157 meter, een lengte van 144 meter, een breedte van 86 meter en een hoogte van 44 meter tot aan het plafond een kolossaal bouwwerk en een van de mooiste gotische kerken ter wereld. De kerk werd oorspronkelijk gebouwd om de Relikwieën van de Drie Koningen te huisvesten. Heel wat koningen, bisschoppen en andere gezagsbekleders vonden in de Kölner Dom ook hun laatste rustplaats. Bij het buitenkomen zakken we af naar de Rijn, het is tijd om een boottochtje te maken! Het reisje langs de Rijn is bijzonder aangenaam, de voorjaarsstralen schijnen op de gezichten, en dat doet ons allemaal herleven…
Na ons bezoek aan Keulen trekken we richting Rüber, een klein dorpje in de Eifel. Daar handelt Herbert Dürben sedert jaren in oude tractoren. Verschillende tractoren zoals een Elfer Deutz, een Hürlimann, een Deutz rupstrekker type K 60 alsook heel wat werktuigen trekken de aandacht van de deelnemers. Herr Dürben wordt naar de prijs van verschillende stukken gevraagd, wie weet komen hier nog zaken uit voort!
’s Avonds slapen we in hotel Laacher Lay, een aangenaam familiehotel in Mendig, midden in het Eifelgebergte. Een aantal deelnemers logeren een paar honderd meter verderop, omdat we niet allemaal in hetzelfde hotel terechtkunnen. De Duitse gastvriendelijkheid is ook hier duidelijk te voelen, alles wordt in het werk gesteld opdat iedereen het naar zijn zin zou hebben.
Na een flink ontbijt trekken we op zaterdagmorgen richting Heidweiller, waar Herr Kremer ons van zijn mooie collectie Fendt-traktoren laat genieten. Zijn collectie geeft een perfect overzicht over de tractoren uit de eerste dertig jaren van deze Zuidduitse tractorbouwer. Het begint allemaal met een F9, serienummer 003, over de verschillende verdampertrekkers met en zonder motorkap, de eerste tractoren met staande motoren, over de houtgasmotoren naar de eerste Dieselrossmodellen, de werktuigendragers en zeldzame modellen als de F24 in wijngaarduitvoering, de FLS 237 en een absoluut uniek stuk, de Farmer 1 in smalspooruitvoering. In de werkplaats laat Herr Kremer zijn actueel restauratieproject zien, met name een toch wel heel bijzondere Dieselross-trekker, want hij schijnt nauw verwant te zijn met een Eicher-fabrikaat…
Na een rit van een klein uur komen we in het drielandenpunt Frankrijk, Groothertogdom Luxemburg en Duitsland aan. Daar ontvangt ons de familie Willkomm in hun museum, en zorgen ze ook voor de versterking van de innerlijke mens. Het museum is er tot stand gekomen door het initiatief van de familie, samen met heel wat andere fanaten uit de streek. Een reusachtige blokhut herbergt heel wat Lanz-fabrikaten, zoals een paar kniktrekkers, een gloeikoptrekker met verdampermotor, een vooroorlogse en een naoorlogse 55 PK, een voldiesel en heel wat rariteiten uit de geschiedenis van de landbouwmechanisatie. Boven in de hut wordt het landbouwleven uit het begin van de vorige eeuw tentoongesteld. Het mooiste stuk uit het museum, aldus Robert Willkomm, is de Eilbulldog, die hij ongeveer 20 jaar geleden in de buurt op de kop kon tikken. De trekker was tijdens de oorlog gebruikt door het Duits leger en had heel wat schade opgelopen, die op vandaag nog overal zichtbaar is. Een krijgsgevangene had hem na de oorlog in een beek zien liggen en kon hem na heel wat rondvraag op de kop tikken. Toen de eigenaar besloot voor goed naar Amerika te trekken, demonteerde hij de trekker om te zorgen dat hij niet zou verdwijnen. Toen de man toch terugkeerde, besloot hij na lang beraad de tractor toch te verkopen, en zo kwam hij in het Bulldogmuseum terecht. De familie Willkomm restaureerde hem volledig en gaf hem de witte kleur als teken van de vrede. Robert is maar al te fier op zijn pronkstuk en rijdt graag een ritje rond het dorp met deze prachtige trekker. Al vlug is het weer tijd om te vertrekken, we hadden gerust nog wat langer kunnen blijven zitten in de gezellige blokhut! Aan het eind van het bezoek is er nog tijd voor de groepsfoto rond deze prachtige tractor!
Het is tijd om naar de brouwerij La Trouffette in Vaux-sur-Sûre te trekken. Landbouwer Philippe Minne richtte er een paar jaar geleden een ambachtelijke brouwerij op, waar drie biersoorten de vermelding ‘Beste Waals bier van 2014’ gekregen hebben. Nadat we het brouwproces van dichtbij bekeken hebben, is het uiteraard tijd om een aantal bieren te proeven. En of ze smaakten! De brouwer is ook liefhebber van erfgoed, want een MAP en een Willy’s Jeep houden aan de hoek van het terrein de wacht.
Hotel ‘Auberge D’Alsace’ wordt onze stek voor de zaterdagavond. Met een lekker diner sluiten we de tweede dag van onze reis af, het wordt weer een avond om niet meer te vergeten!
Op zondagmorgen laten we ons verwennen met een lekker ontbijt, en daarna is het tijd om de Auberge de la Ferme in Rochehaut-sur-Semois te gaan bezoeken. Het bezoek bestaat uit twee grote delen, met name een bezoek aan het Agrimusée en een rondrit door het dierenpark. Het Agrimusée is een interactief museum over het leven en de gebruiken in de streek rond Bouillon en de Semois. Zo kom je er alles te weten over de leisteenontginning, de tabakproductie, de graanoogst, enz… Een rondrit van meer dan een uur rond het uitgestrekte dierenpark van de boerderij toont de enorme collectie inheemse, maar vooral exotische dieren van de familie Boreux! Auberge de la Ferme herbergt ook een ruime collectie tractoren van de merken Lanz en Vierzon, maar ook een paar vooroorlogse Amerikaanse tractoren als Hart-Parr, Rumely,enz… Iets verderop heeft de familie zijn eigen restaurant, waar het vlees van de eigengekweekte Limousine-koeien op de kaart staat. Een flink aantal gites om en rond de site zorgen voor een perfecte accommodatie en maken van het geheel een aanrader voor een weekendje Ardennen!
Na het middagmaal sluiten we onze reis met een bezoek aan het Bastogne War Museum. Dit interactief museum beschrijft het ontstaan van Wereldoorlog II, de ontwikkeling ervan en de slag om de Ardennen, waar dan het meeste aandacht aan wordt gegeven. Aan de hand van decors, getuigenissen en films wordt de bezoeker meengenomen doorheen de geschiedenis, en daarbij wordt speciale aandacht besteed aan de periode eind 1944-begin 1945, periode waarin Bastogne en omstreken zwaar belegerd werden en aan beide zijden duizenden soldaten het leven lieten.
Aan het eind van de middag trekken we moe maar voldaan terug naar Oostrozebeke. De deelnemers zijn allemaal even enthousiast over het programma, waarin iedereen aan zijn trekken kwam, ook diegene die het iets minder op oldtimertractoren begrepen had! Aan allen die ons op deze reis vergezelden een hartelijke dank en graag tot een volgende editie!
Geert Declercq
